Advies 264: Prijzenformulier met onbekende aantallen die door de inschrijvers geschat moeten worden. Strijd met het gelijkheidsbeginsel.

Aanbesteding van keuring en inspectie van elektrotechnische installaties.

Klager heeft er op gewezen dat in de invulbijlage waarin de gegevens van de installaties zijn opgenomen veel regels blanco zijn gelaten, hetgeen zou kunnen inhouden dat op die locaties geen elektrische installaties aanwezig zijn. Beklaagde heeft in de Nota van Inlichtingen geantwoord dat hier wel een elektrotechnische installatie aanwezig is, maar de omvang ervan onbekend is. De inschrijvers dienden een schatting te maken aan de hand van vergelijkbare objecten. De Commissie is van oordeel dat beklaagde met deze beantwoording heeft bewerkstelligd dat niet alle redelijk geïnformeerde en normaal zorgvuldige inschrijvers de eisen aan de invulling van de Prijs invullijst op dezelfde wijze zullen interpreteren. Aldus heeft beklaagde gehandeld in strijd met het gelijkheidsbeginsel.

De inschrijfsommen vertonen een opmerkelijke spreiding. De hoogste inschrijfsom is niet minder dan ruim zestien keer zo hoog als de laagste. Die prijsverschillen wijzen er op dat de inschrijvers de omvang van de opdracht op zeer uiteenlopende manieren hebben geïnterpreteerd. De Commissie is van oordeel dat dit kan worden verklaard doordat de inschrijvers aannames moesten maken over de omvang van de werkzaamheden in objecten waarvoor geen aantallen installaties bekend gemaakt zijn. De invullijst bevat op een totaal van 722 objecten niet minder dan 117 objecten bevat waarbij geen aantallen installaties genoemd worden.

De omstandigheid dat niet minder dan zeven inschrijvingen om uiteenlopende redenen, waaronder ook het doen van onrealistische aannames, ongeldig zijn verklaard, is een duidelijke aanwijzing dat de omvang van de opdracht door de diverse inschrijvers op zeer uiteenlopende manieren is geïnterpreteerd.

De door beklaagde gevolgde werkwijze bij het opzetten van de aanbesteding brengt het aanmerkelijke risico met zich dat de zittende opdrachtnemer wordt bevoordeeld. Deze hoeft immers geen aannames te maken omtrent de aantallen installaties die in de diverse objecten aangetroffen zullen worden en kan zijn prijs dus nauwkeurig calculeren, daar waar alle andere inschrijvers in grote onzekerheid verkeren.