Advies 386: Is sprake van een ernstige beroepsfout die valt toe te rekenen aan de onderneming? Staat het niet melden daarvan gelijk aan het afleggen van een valse verklaring?

Een medewerker van klager heeft bij een eerdere aanbestedingsprocedure van een andere aanbestedende dienst een vervalste tevredenheidsverklaring ingediend. Bij de onderhavige nationale aanbestedingsprocedure op basis van hoofdstuk 2 ARW 2016 heeft klager in het UEA geen melding van deze gedraging gemaakt. Omdat de medewerker destijds handelde binnen de uitoefening van zijn bevoegdheden, kan de gedraging allereerst aan klager worden toegerekend. Daarnaast is de gedraging te kwalificeren als een onrechtmatige gedraging die invloed heeft op de professionele geloofwaardigheid van klager. Bovendien wijst de gedraging op kwaad opzet van een zekere ernst met het doel op onrechtmatige wijze een opdracht in het kader van een aanbestedingsprocedure te verwerven. Daarmee valt de eerdere gedraging te kwalificeren als een ernstige beroepsfout die klager in de onderhavige aanbestedingsprocedure had moeten vermelden in het UEA. Nu zij dat laatste niet heeft gedaan, is sprake van een valse verklaring in de zin van artikel 2.13.7, aanhef en onder h, ARW 2016 en heeft beklaagde klager terecht van de aanbestedingsprocedure uitgesloten.