Advies 393: Is een selectiemethode met extra punten voor meer referenties en combinaties van kerncompetenties toelaatbaar?

Europese niet-openbare procedure voor raamovereenkomsten met drie ondernemingen voor inhuur van projectmanagers en huisvestingsconsultants. Er zijn tien kerncompetenties benoemd en er worden meer punten gegeven naarmate er meer referenties die die kerncompetenties aantonen zijn ingediend. Ook leveren combinaties van kerncompetenties extra punten op. Klager maakt bezwaar tegen deze selectiemethode, onder meer omdat deze volgens klager in strijd is met Voorschrift 3.5 G Gids Proportionaliteit.

De Commissie is van oordeel dat beklaagde op deze wijze in strijd handelt met de ratio van de Gids Proportionaliteit. Indien een aanbestedende dienst kiest voor een niet-openbare procedure mag hij in beginsel per kerncompetentie één referentie eisen. Voorts moet hij toestaan dat met één referentie wordt aangetoond dat aan meerdere kerncompetenties wordt voldaan. In beginsel mag hij geen combinatie van verschillende kerncompetenties in één referentie eisen. Daarmee wordt voorkomen dat de geschiktheidseisen er toe leiden dat (grote) ondernemingen met meer ervaring bevoordeeld worden ten opzichte van kleinere ondernemingen of toetreders die eveneens geschikt zijn de opdracht uit te voeren.

Bij complexe opdrachten of hoogwaardige dienstverlening kan, indien noodzakelijk, gemotiveerd van Voorschrift 3.5 G, lid 1, Gids Proportionaliteit worden afgeweken door meerdere referenties voor één kerncompetentie te eisen. Ook kan ervaring met meerdere kerncompetenties in één referentieproject noodzakelijk zijn en daarom als geschiktheidseis worden gesteld.

In het licht van de ratio van de Gids Proportionaliteit is het evenmin toegestaan om in het kader van de selectiecriteria meer referentie per (kern)competentie hoger te laten scoren. Hetzelfde geldt voor het toekennen van een betere score aan een combinatie van (kern)competenties of aan een hoger aantal referenties met een grote projectwaarde.

De Commissie verklaart de klacht derhalve gegrond en geeft daarnaast een aanbeveling waarbij zij ingaat op de keuze tussen de (Europese of nationale) openbare of niet-openbare procedure, de toepassing van Voorschrift 3.5 G, lid 1, Gids Proportionaliteit en situaties waarin de mogelijkheid bestaat om daarvan af te wijken, en tenslotte de wijze waarop geschiktheidseisen en selectiecriteria dienen te worden gehanteerd. (Zie ook Advies 401)