Advies 487: De selectiemethodiek is niet proportioneel

De klacht ziet op een Europese niet-openbare aanbestedingsprocedure voor een overheidsopdracht voor het ontwerpen van een multifunctioneel gebouw door een combinatie van één architect en één constructeur.

Klachtonderdeel 1

In dit klachtonderdeel stelt de brancheorganisatie dat de volgende twee minimumeisen waaraan de door gegadigden te overleggen referentieprojecten dienen te voldoen disproportioneel zijn: de werkzaamheden dienen in de afgelopen 10 jaar te zijn aangevangen en het project moet ten minste wind- en waterdicht zijn. De Commissie is van oordeel dat een minimumeis die voorschrijft dat de voortgang van een referentieproject ten minste het stadium moet hebben bereikt waarin het betreffende bouwwerk volledig wind- en waterdicht is, niet proportioneel is indien slechts sprake is van een ontwerpopdracht. De Commissie acht klachtonderdeel 1 gegrond.

Klachtonderdeel 2

In dit klachtonderdeel stelt de brancheorganisatie dat de selectiecriteria en -methodiek disproportioneel zijn, doordat naast de vereiste kerncompetenties meerdere competenties per referentieproject worden gevraagd en doordat meer van hetzelfde wordt gevraagd.

Uitgangspunt van de Aanbestedingswet is dat alle gegadigden aan de door de aanbestedende dienst gestelde geschiktheidseisen moeten voldoen en dat vervolgens een nadere selectie kan plaatsvinden aan de hand van de selectiecriteria. Onduidelijk is of de aanbesteder in het onderhavige geval in de door hem gehanteerde selectiesystematiek geschiktheidseisen heeft gesteld. Het heeft er alle schijn van dat dit niet is gebeurd. De aanbesteder heeft niet alleen gezocht naar partijen die beschikken over een aantal projectspecifieke (kern)competenties, maar ook over een aantal generieke (kern)competenties. Naar het oordeel van de Commissie mocht de aanbesteder naar een combinatie van kerncompetenties vragen, aangezien de onderhavige opdracht hoogwaardige dienstverlening betreft. De aanbesteder bewerkstelligt met de door hem toegepaste systematiek van combineren van (kern)competenties echter dat een gegadigde driemaal moet aantonen te beschikken over elk van de negen generieke (kern)competenties. De Commissie is van oordeel dat dat in strijd is met het proportionaliteitsbeginsel en acht ook klachtonderdeel 2 gegrond.

----

Aan het eind van het advies heeft de Commissie een aanbeveling opgenomen. De Commissie beveelt aanbestedende diensten aan om gebruik te maken van de systematiek van de Aanbestedingswet en duidelijk onderscheid te maken tussen geschiktheidseisen en selectiecriteria. De Commissie beveelt aan om ervaring met kerncompetenties uit te vragen door middel van geschiktheidseisen. In dat kader kan worden vereist dat een bepaald minimum aan punten voor de kerncompetenties afzonderlijk moet worden behaald. In bepaalde gevallen kan ook worden vereist dat een bepaald minimum aantal punten voor de kerncompetenties tezamen wordt behaald. Een nadere selectie zou vervolgens kunnen worden aangebracht op basis van de puntenscore voor deze kerncompetenties boven het vereiste basisniveau. Dit betreft dan een selectiecriterium.