Advies 525: Model K-verklaring zowel bij aanmelding als bij inschrijving gevraagd

De klacht ziet op een nationale niet-openbare procedure voor een overheidsopdracht voor de realisatie van een sportpark.

Klachtonderdeel 1

De aanbesteder heeft per abuis de model K-verklaring reeds in de selectiefase opgevraagd. Vervolgens heeft de aanbesteder nagelaten deze fout te corrigeren. Bij inschrijving heeft de aanbesteder opnieuw om indiening van een model K-verklaring gevraagd.

De aanbesteder heeft de inschrijving van de ondernemer vervolgens als ongeldig terzijde gelegd, omdat de ondernemer geen model K-verklaring bij zijn inschrijving heeft ingediend. De ondernemer heeft dat laatste niet gedaan, omdat hij meende te kunnen volstaan – zoals door de aanbesteder gevraagd – met het indienen van de model K-verklaring bij zijn aanmelding als gegadigde.

De Commissie stelt vast dat de tekst van de model K-verklaring die de ondernemer reeds bij aanmelding heeft ingediend, op diens inschrijving op de onderhavige opdracht zag. Naar het oordeel van de Commissie heeft ondernemer daarmee aan het vereiste voldaan dat een model K-verklaring moest worden ingediend die ziet op de inschrijving op de in de verklaring genoemde opdracht. In zoverre is het doel dat aanbesteder met de eis in het bestek voor ogen had dan ook behaald. In dat kader is van belang dat er geen eisen zijn gesteld aan het moment van ondertekening van de model K-verklaring. Slechts is vereist dat deze verklaring moet zien op de inschrijving op de onderhavige opdracht.

Nu de ondernemer reeds bij aanmelding een model K-verklaring had ingediend die zag op diens inschrijving op de onderhavige opdracht, had aanbesteder daarover reeds in het kader van deze aanbestedingsprocedure de beschikking gekregen. Naar het oordeel van de Commissie heeft ondernemer dan ook aan de eis in het bestek voldaan en heeft aanbesteder de inschrijving van ondernemer ten onrechte ongeldig verklaard.

De Commissie oordeelt klachtonderdeel 1 gegrond.

Klachtonderdeel 2

In dit klachtonderdeel klaagt de ondernemer dat aanbesteder de klacht niet goed heeft afgehandeld.

De Commissie is – in lijn met haar eerdere adviezen op dit punt – van oordeel dat de wijze waarop een aanbestedende dienst omgaat met een klacht die bij hem is ingediend weliswaar als een handelen of nalaten van die aanbestedende dienst kwalificeert, maar niet als een handelen of nalaten dat binnen de werkingssfeer van de Aanbestedingswet 2012 valt. De Commissie neemt dit klachtonderdeel derhalve niet in behandeling.