Advies 621: Onderaannemers wel aangemeld bij inschrijving

De klacht ziet op een Europese openbare aanbestedingsprocedure voor raamovereenkomsten voor diensten van vervoer van stoffelijke overschotten. De opdracht is verdeeld in één perceel voor een meldkamer en 22 geografische percelen. Ondernemer klaagt dat de inschrijver aan wie percelen 7 en 8 is gegund in zijn Uniform Europees Aanbestedingsdocument onjuiste informatie heeft verstrekt. Ook stelt ondernemer dat die inschrijver de in de aanbesteding geëiste aanrijtijden in de percelen 7 en 8 niet kan waarmaken.

Aanbesteder stelt dat de desbetreffende inschrijver wel alle in de aanbesteding geëiste documenten heeft ingediend en dat deze inschrijver om de aanrijtijden te halen gebruik maakt van onderaannemers in de percelen 7 en 8.

De Commissie heeft de relevante bewijsstukken vertrouwelijk ter inzage gevraagd aan aanbesteder en geconstateerd dat alle in de aanbesteding geëiste bewijsstukken met betrekking tot onderaannemers zijn ingediend. Het eerste klachtonderdeel is ongegrond omdat de stelling van ondernemer feitelijk onjuist is. Het verweer dat met een onderaannemer aan de aanrijtijden wordt voldaan is niet deugdelijk weersproken door ondernemer, zodat ook het tweede klachtonderdeel ongegrond wordt verklaard.

Wat betreft klachtonderdeel 3 overweegt de Commissie dat om een goed gefundeerd oordeel over dit onderdeel te geven een onderzoek door een deskundige op het gebied van arbeidsrecht noodzakelijk is, wat in het kader van een klachtprocedure onmogelijk is, zodat dit klachtonderdeel ongegrond wordt verklaard.