Advies 642: SROI-eis niet gesteld ter bevoordeling specifieke onderneming

De klacht ziet op een aanbesteding volgens de procedure voor sociale en andere specifieke diensten. Aanbesteder heeft de betrokken opdracht niet gegund.

Klachtonderdeel 1

Ondernemer klaagt dat sprake is schending van het gelijke speelveld, omdat een concurrerende organisatie subsidie zou ontvangen van aanbesteder en daardoor een voordeel zou hebben bij het in de aanbesteding gehanteerde budgetplafond.

De Commissie is van oordeel dat de omstandigheid dat aanbesteder een budgetplafond hanteert en dat een zekere organisatie subsidie zou ontvangen van aanbesteder, niet zonder meer meebrengt dat in deze aanbesteding sprake is van een schending van het level playing field of van discriminatie van ondernemer. Dat geldt te meer nu de onderhavige opdracht niet is gegund. De Commissie verklaart dit klachtonderdeel ongegrond.

Klachtonderdeel 2

Ondernemer klaagt voorts dat aanbesteder middels de in de aanbesteding gestelde SROI-eis een concurrerende organisatie (die subsidie van aanbesteder zou ontvangen) laat prevaleren boven commerciële ondernemingen zoals ondernemer. Statushouders, de primaire doelgroep van de betrokken opdracht, staan niet vermeld als doelgroep in de SROI-eis.

De Commissie oordeelt dat ondernemer zich onvoldoende proactief heeft opgesteld door pas na afloop van de aanbestedingsprocedure over dit punt te klagen en verklaart dit klachtonderdeel ongegrond.

Ten overvloede overweegt de Commissie dat ondernemer onvoldoende heeft onderbouwd dat sprake is van bevoordeling van een andere organisatie door de gestelde SROI-eis.